Werkgeversorganisaties ABU en NBBU hebben een principeakkoord gesloten met vakbond LBV. Het akkoord / de nieuwe cao geldt voor de periode 2026 tot en met 2028 en moet nog worden goedgekeurd door de leden van de betrokken partijen. Het basisuitgangspunt van het akkoord is dat uitzendkrachten vanaf 1 januari 2026 volledig gelijk worden behandeld ten opzichte van vaste medewerkers bij opdrachtgevers.
Ze krijgen dan recht op een gelijkwaardige beloning, inclusief loon, toeslagen, periodieken, reiskosten en overige arbeidsvoorwaarden zoals pensioen en scholing. De beloning zal dus niet exact gelijk zijn maar de totale waarde van hun arbeidsvoorwaarden moet minimaal gelijkwaardig zijn aan die van medewerkers in dienst van de opdrachtgever in eenzelfde of vergelijkbare functie.
Deze basis voor de nieuwe cao komt enerzijds voort uit het SER-MLT-advies uit 2021 en is daarnaast ook bedoeld ter voorbereiding op de verwachte invoering van de Wet meer zekerheid flexwerkers. Naast deze nieuwe cao was al bekend dat op 1 januari a.s. de eerder afgesproken en verbeterde pensioenregeling in.
Er komt één pensioenregeling bij StiPP (dus geen onderscheid meer tussen basis- en pluspensioen) waarbij alle uitzendkrachten een bijdrage in de premie gaan betalen. Verder wordt, op het moment dat de Wet meer zekerheid flexwerkers in werking treedt, Fase B/3 verkort naar 2 jaar.